Traduction de «gibier » (Français → Néerlandais) :

Mais à un moment donné, ils se sont rassemblés en bandes pour chasser du plus gros gibier.
Maar op een gegeven moment kwamen ze samen om in een groter verband te jagen.

Un groupe de chasseurs approche. Leurs sacs chargés de gibier sauvage.
Er komt een groep jagers aan. Ze zijn beladen met gevangen dieren.

Et la viande en fait, c'est quelque chose qui coûte cher à notre production agricole. notre régime est constituée en partie de protéines animales, et en ce moment, la plupart d'entre nous ici l'obtenons du bétail, du poisson, du gibier. Et nous en mangeons beaucoup. Dans les pays développés, c'est en moyenne 80 kg par personne et par an, ce qui monte à 120 aux Etats-Unis et un peu moins dans d'autres pays, mais en moyenne 80 kg. par personne et par an. Dans les pays en voie de développement, c'est beaucoup moins.
Vlees is iets dat veel vraagt van onze landbouwproductie. Ons voedingspatroon bestaat voor een deel uit dierlijke eiwitten. Momenteel halen de meesten van ons hier dat uit vee, uit vis, uit wild. We eten er nogal veel van. In de ontwikkelde landen is dat gemiddeld 80 kg per persoon per jaar, wat zelfs toeneemt tot 120 in de Verenigde Staten en wat minder in sommige andere landen, maar gemiddeld 80 kg per persoon per jaar. In de ontwikkelingslanden is het veel minder.

Des groupes de personnes avec la même langue et culture se divisaient en de plus petites tribus, partant dans directions séparées, à la recherche de gibier et de terres fertiles.
Groepen mensen die een enkele taal en cultuur deelden, splitsten vaak op in kleinere stammen, en gingen hun eigen weg op zoek naar vers wild en vruchtbare grond.