Cette notion a été évoquée explicitement la première fois à Copenhague en 1993, lorsque le Conseil européen a déclaré que la capacité de l’Union à assimiler de nouveaux membres tout en maintenant l’élan de l’intégration européenne constituait également un élément important répondant à l’intérêt général, aussi bien de l’Union que des pays candidats.
Dit begrip werd voor het eerst expliciet genoemd in Kopenhagen, in 1993, toen de Europese Raad verklaarde dat de capaciteit van de Europese Unie om nieuwe lidstaten op te nemen zonder vaart te verliezen bij de Europese integratie ook een belangrijke overweging is die de algemene belangen van zowel de Europese Unie als de kandidaat-lidstaten dient.