3. Si le Parlement décide qu’un membre de la Commission ne jouit pas de sa confiance, le Président de la Commission, après avoir pesé mûrement cette décision, soit demande à ce membre de démissionner, soit explique ses décisions au Parlement.
3. Indien het Parlement besluit het vertrouwen in een lid van de Commissie op te zeggen, moet de voorzitter van de Commissie na ernstige afweging van dit besluit hetzij het betrokken lid verzoeken ontslag te nemen, hetzij zijn besluiten aan het Parlement toelichten.