Art. 7. La vérification approfondie de l'identité des personnes contre lesquelles il existe des indices de culpabilité en vertu des articles 44quinquies, § 1, alinéa 1 et 90undecies, § 1, alinéa 1 du Code d'instruction criminelle et des personnes visées à l'article 5, § 1, alinéas 2 et 4 de la loi, faisant l'objet d'un prélèvement d'un échantillon de référence, est établie avant l'envoi de l'échantillon au laboratoire d'analyse ADN.
Art. 7. De identiteit van de personen tegen wie aanwijzingen van schuld bestaan in overeenstemming met de artikelen 44quinquies, § 1, eerste lid en 90undecies, § 1, eerste lid van het Wetboek van strafvordering en van de personen bedoeld in artikel 5, § 1, tweede en vierde lid van de wet, van wie een referentiestaal wordt afgenomen, wordt grondig gecontroleerd voordat het staal aan het DNA-onderzoekslaboratorium wordt overgezonden.