Art. 14. La garantie et les intérêts éventuels seront restitués au locataire, ou en cas de décès à ses héritiers ou ses ayants droit, à l'expiration du contrat, après qu'il a rempli ses obligations envers la société.
Art. 14. De waarborg en de eventuele interesten zullen aan de huurder, of in geval van overlijden aan zijn erfgenamen of zijn rechthebbenden teruggestort worden bij de beëindiging van de overeenkomst, nadat hij zijn verplichtingen tegenover de maatschappij heeft vervuld.