Il vaut pour les points 7° et 8° que les matériels qui descendent par voie végétative et en ligne directe des matériels précités en un nombre d'étapes spécifique, sur lesquels une inspection en culture n'a décelé aucun symptôme de la présence de virus ou d'agents pathogènes similaires à un virus, et qui ont été produits et maintenus dans des conditions garantissant l'absence de toute infection, sont également considérés comme exempts de virus.
Voor punt 7° en 8° geldt dat materiaal dat vegetatief is en in rechte lijn in een specifiek aantal stadia uit dergelijk materiaal is voortgekweekt, dat bij inspectie tijdens de groei vrij is bevonden van symptomen van virussen of virusachtige ziekteverwekkers en dat is geproduceerd en in stand gehouden op een wijze die de afwezigheid van infecties garandeert, eveneens geacht wordt virusvrij te zijn.