De même, cette présomption irréfragable ne peut être invoquée que si
l'attestation a été validée et ce à partir du moment où il est établi que l'attestation n'est pas contestée devant le nouveau Conseil pour les contestations
d'autorisations qui doit être créé (par les nouveaux articles 133/56 et suivants du décret relatif à l'aménagement du territoire) (c'est-à-dire à partir du trente et unième jour suivant celui de l'inscription de l'attestation as-built validée dans le registre des permis) ou, en cas de recours, à partir du moment
...[+++]où le Conseil confirme le bien-fondé de la décision de validation » (Doc. parl., Parlement flamand, 2008-2009, n° 2011/1, p. 102).
Ook dat onweerlegbaar vermoeden kan slechts worden ingeroepen indien het attest gevalideerd is, en zulks vanaf het ogenblik waarop vaststaat dat het attest niet bestreden wordt voor de (middels de nieuwe artikelen 133/56 e.v. DRO) nieuw op te richten Raad voor vergunningsbetwistingen (d.w.z. vanaf de 31ste dag na deze van de opname van het gevalideerde as-built attest in het vergunningenregister), of, in het geval daadwerkelijk een beroep is ingesteld, vanaf het ogenblik waarop de Raad de gegrondheid van de valideringsbeslissing bevestigt » (Parl. St., Vlaams Parlement, 2008-2009, nr. 2011/1, p. 102).