E. considérant que la Commission a indiqué, dans sa dernière communication, que les travailleurs mobiles roumains et bulgares ont plus de chances d'être dans la période économiquement productive de leur vie que les ressortissants du pays d'accueil, en partant du constat que les travailleurs originaires de Roumanie et de Bulgarie âgés de moins de 35 ans représentent 65 % des citoyens mobiles économiquement actifs en âge de travailler, contre 34 % dans l'Union à 15;
E. overwegende dat de Commissie in haar jongste mededeling stelt dat de kans dat mobiele werknemers uit Roemenië en Bulgarije zich in de economisch productieve periode van hun leven bevinden veel groter is dan hetgeen voor de autochtone bevolking geldt, aangezien 65 % van de mobiele werknemers in de werkende leeftijd uit de EU-2 jonger is dan 35 jaar, tegen slechts 34 % voor de beroepsbevolking in de EU-15;