Dans sa conclusion générale le Comité R soulignait que la matière méritait « d'être traitée en ce qui concernait les services de renseignement » et qu'il y avait un risque « dans les domaines de la criminalité organisée et du terrorisme, que la différence entre informateur des services de police et de renseignement ne s'estompe et que les deux services aient à faire face à des problèmes comparables ».
In zijn algemeen besluit onderlijnde het Comité I dat « (...) verdient deze materie in verband met de inlichtingendiensten verder onderzoek (...) » en « (...). Het risico bestaat immers in de materies zoals georganiseerde misdaad, terrorisme, (...) het verschil tussen informanten van politie- en inlichtingendiensten vervaagt en beide diensten voor vergelijkbare problemen zullen komen te staan».