11° si le créancier a des dettes ou des engagements envers l'établissement de crédit, l'entreprise d'investissement ou l'entreprise d'assurances, qui ne peuvent faire l'objet de la compensation prévue au 1° ou 2°, le remboursement n'est effectué qu'après déduction de leur montant, sauf si ces dettes et engagements sont garantis par des sûretés jugées suffisantes, autres que les avoirs pour lesquels une intervention est demandée;
11° wanneer de schuldeiser schulden of verbintenissen heeft tegenover de kredietinstelling, de beleggingsonderneming of de verzekeringsonderneming waarvoor geen schuldvergelijking mogelijk is als bedoeld in het 1° of het 2°, wordt de terugbetaling pas verricht na aftrek van het bedrag ervan, behalve wanneer deze schulden en verbintenissen worden gewaarborgd door andere toereikend geachte zekerheden dan de tegoeden waarvoor een tegemoetkoming wordt gevraagd;