Traduction de «sénateur prl-fdf paul hatry » (Français → Néerlandais) :

Alfons Verplaetse, gouverneur de la Banque Nationale, Philippe Maystadt, ministre des Finances et le sénateur PRL-FDF Paul Hatry, président de la commission des Finances et des Affaires économiques.
Gouverneur Alfons Verplaetse van de Nationale Bank, minister van Financiën Philippe Maystadt en senator Paul Hatry (PRL-FDF) die de commissie voor Financiën en Economische aangelegenheden voorzit.

La commission d'enquête compte dix huit-membres: le président Frank Swaelen (CVP), les vice-présidents Philippe Mahoux (PS) et Guy Verhofstadt (VLD), les sénateurs Bert Anciaux (VU), Michèle Bribosia-Picard (PSC), Ludwig Caluwé (CVP), Jurgen Ceder (Vl. Blok), Armand De Decker (PRL-FDF), Alain Destexhe (PRL-FDF), Vera Dua (Agalev), Stef Goris (VLD), Patrick Hostekint (SP), Robert Hotyat (PS), Pierre Jonckheer (Ecolo), Anne-Marie Lizin (PS), Guy Moens (SP), Erika Thijs (CVP) et Magdeleine Willame-Boonen (PSC).
De onderzoekscommissie telt 18 leden : voorzitter Frank Swaelen (CVP), de ondervoorzitters Philippe Mahoux (PS) en Guy Verhofstadt (VLD), de senatoren Bert Anciaux (VU), Michèle Bribosia-Picard (PSC), Ludwig Caluwé (CVP), Jurgen Ceder (Vl. Blok), Armand De Decker (PRL-FDF), Alain Destexhe (PRL-FDF), Vera Dua (Agalev), Stef Goris (VLD), Patrick Hostekint (SP), Robert Hotyat (PS), Pierre Jonckheer (Ecolo), Anne-Marie Lizin (PS), Guy Moens (SP), Erika Thijs (CVP) en Magdeleine Willame-Boonen (PSC).

Par arrêté royal du 2 avril 2002, M. Hatry, Paul, ancien Ministre et Sénateur honoraire, est promu Grand-Croix de l'Ordre de la Couronne.
Bij koninklijk besluit van 2 april 2002 wordt de heer Hatry, Paul, gewezen Minister en Ere-Senator, bevorderd tot Grootkruis in de Kroonorde.

M. Hatry, Paul, sénateur; président du conseil d'administration du groupe Philips en Belgique.
De heer Hatry, Paul, senator; voorzitter van de raad van bestuur van de groep Philips in België.

DEMANDE D'EXPLICATIONS DE M. PAUL HATRY AU VICE-PREMIER MINISTRE ET MINISTRE DE L'ECONOMIE ET DES TELECOMMUNICATIONS ET AU MINISTRE DE L'AGRICULTURE ET DES PETITES ET MOYENNES ENTREPRISES ET AU MINISTRE DE LA JUSTICE, sur « l'absence de règles déontologiques dans les directives envisagées par le ministre pour l'Institut de l'immobilier » M. Hatry (PRL-FDF).
VRAAG OM UITLEG VAN DE HEER PAUL HATRY AAN DE VICE-EERSTE MINISTER EN MINISTER VAN ECONOMIE EN TELECOMMUNICATIE EN AAN DE MINISTER VAN LANDBOUW EN DE KLEINE EN MIDDELGROTE ONDERNEMINGEN EN AAN DE MINISTER VAN JUSTITIE, over « het uitblijven van deontologische regels in de richtlijnen die de minister overweegt voor het Instituut van vastgoedmakelaars » De heer Hatry (PRL-FDF) (in het Frans).

DEMANDE D'EXPLICATIONS DE M. HATRY AU MINISTRE DES AFFAIRES ETRANGERES, sur l'absence totale d'initiative pour obtenir l'indemnisation des porteurs belges des titres de fonds russes d'avant 1917 M. Hatry (PRL-FDF).
VRAAG OM UITLEG VAN DE HEER HATRY AAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN, over « het uitblijven van initiatieven om schadevergoeding te geven aan derden die in het bezit zijn van Russische effecten van vóór 1917 » De heer Hatry (PRL-FDF) (in het Frans).

L'imputation pour la pension de la période de service militaire en Afrique M. Hatry (PRL-FDF).
Het in aanmerking nemen van de militaire dienst in Afrika voor de berekening van het pensioen De heer Hatry (PRL-FDF) (in het Frans).

Le 19 février 1998, le sénateur Paul Hatry a posé une question orale (Annales, Sénat, session 1997-1998, nos 166-167, p. 4445) concernant la primauté des traités internationaux, en évoquant plus précisément la Convention franco-belge et l'hypothèse d'une société belge organisatrice de spectacles allouant à une société de production française des bénéfices en contrepartie de prestations effectuées par des artistes de nationalité française.
Senator Paul Hatry stelde op 19 februari 1998 een mondelinge vraag (Handelingen, Senaat, zitting 1997-1998, nrs. 166-167, blz 4445) over de voorrang van internationale verdragen. Hij ging uit van de Frans-Belgische overeenkomst en van de veronderstelling dat een Belgische vennootschap die voorstellingen organiseert, een Franse productiemaatschappij winsten uitkeert in ruil voor prestaties door Franse artiesten.