Le ministre se réfère à l'évolution en matière monétaire : la coordination de la gestion des banques centrales dans un système de banques centrales, puis la création d'un institut monétaire et, enfin, la création d'une banque centrale européenne qui ne fait d'ailleurs pas disparaître toutes les compétences des banques centrales nationales.
De minister verwijst naar de monetaire ontwikkelingen : de coördinatie van het beheer van de centrale banken in een stelsel van centrale banken, daarna de oprichting van een monetair instituut, en tenslotte de oprichting van een Europese centrale bank die overigens niet alle bevoegdheden van de nationale centrale banken doet verdwijnen.
