Dans les affaires n 1991, 1992 et 1995, il soutient que le cumul direct ou indirect des licences est une notion, empruntée au droit des sociétés, qui doit s'entendre dans son sens habituel : en droit des sociétés, l'on considère qu'une société possède directement ou indirectement une autre si elle est, dans les faits, en mesure de la contrôler (majorité au sein de l'assemblée générale, du conseil, etc.).
In de zaken nrs. 1991, 1992 en 1995 betoogt hij dat de rechtstreekse of indirecte cumulatie van vergunningen een begrip is dat ontleend is aan het vennootschapsrecht en dat in zijn gewone betekenis moet worden opgevat : in het vennootschapsrecht gaat men ervan uit dat een vennootschap een andere rechtstreeks of indirect bezit, indien zij feitelijk in staat is ze te controleren (meerderheid in de algemene vergadering, in de raad, enz.).