En cas d'absence ou d'empêchement du fonctionnaire général dirigeant le Service général des Infrastructures publiques subventionnées, les délégations qui lui sont données en application
à l'article 34 sont exercées soit par l'agent du service concerné désigné en vertu d'un acte de subdélégation préalable soit, en l'absence d'une telle désignation, par l'agent du service concerné du grade le plus élevé étant entendu qu'à é
galité de grade, il sera tenu compte, d'abord de l'ancien
neté dans le grade, ...[+++]ensuite de l'ancienneté de service, enfin de l'âge.
Ingeval de ambtenaar-generaal die de leiding heeft van de Algemene dienst van de gesubsidieerde openbare infrastructuren afwezig of verhinderd is, worden de delegaties die hem met toepassing van artikel 34 toegewezen worden, uitgeoefend ofwel door de ambtenaar van de betrokken dienst, aangewezen bij een voorafgaande akte van subdelegatie ofwel bij gebrek aan zulke aanwijzing door de ambtenaar van de betrokken dienst met de hoogste graad, met dien verstande dat bij gelijkheid in graad op de eerste plaats rekening wordt gehouden met de graadanciënniteit, vervolgens met de dienstanciënniteit en tenslotte met de leeftijd.