La Cour considère que l'accès prioritaire au réseau de transport transfrontalier donné à la SEP constitue un traitement différencié, qui n'est pas justifié par la circonstance que l'ancien monopoliste néerlandais avait conclu des contrats de longue durée en exécution de sa mission d'intérêt économique général.
Het Hof is van oordeel dat de aan SEP verleende prioritaire toegang tot het net voor grensoverschrijdende elektriciteitstransmissie een verschillende behandeling vormt, die niet wordt gerechtvaardigd door de omstandigheid dat de voormalige Nederlandse monopolist ter vervulling van haar taak van algemeen economisch belang langlopende contracten had gesloten.