Art. 39. Après la clôture de l'exercice budgétaire et tant que le compte général n'a pas été envoyé à la Cour des comptes conformément à l'article 60, le comptable régional procède aux corrections qui, sans entraîner un décaissement ou encaissement à la charge de cet exercice, sont nécessaires à une présentation régulière et sincère des comptes.
Art. 39. Na de afsluiting van het begrotingsjaar en zolang de algemene rekening niet naar het Rekenhof werd gezonden, conform artikel 60, voert de gewestelijke boekhouder de correcties uit die, zonder een uitbetaling of inning te veroorzaken ten laste van dat jaar, nodig zijn voor een regelmatige en waarachtige voorstelling van de rekeningen.