Art. 2. Sans préjudice des articles 6 à 11 de l'ordonnance du 20 juin 2013 relative à une utilisation des pesticides compatible avec le dével
oppement durable en Région de Bruxelles-Capitale, le ministre qui a l'Environnement et la Conservation de la nature da
ns ses attributions peut prévoir des dérogations temporaires, p
our une durée qu'il détermine, à l'interdiction visée à l'article 1, alinéa 1 du présent arrêté, dans des circon
...[+++]stances dûment justifiées, notamment pour des raisons de sécurité publique, de conservation de la nature ou de conservation du patrimoine végétal, uniquement en dernier recours, lorsqu'il n'existe aucune alternative possible.
Art. 2. Onverminderd de artikelen 6 tot 11 van de ordonnantie van 20 juni 2013 betreffende een pesticidegebruik dat verenigbaar is met de duurzame ontwikkeling in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, kan de minister van Leefmilieu en Natuurbehoud tijdelijke afwijkingen voorzien, voor een duur die hij bepaalt, op het verbod bedoeld in artikel 1, 1ste lid van onderhavig besluit, in met redenen omklede omstandigheden, met name wegens redenen van openbare veiligheid, van natuurbehoud of van behoud van het plantenerfgoed, en dit enkel in laatste instantie, wanneer er geen enkel mogelijke alternatieve oplossing bestaat.