2. L'État membre peut présenter soit un programme unique couvrant tout son territoire, soit un programme par région mais il peut aussi présenter un programme national pour certaines mesures et des programmes régionaux pour d'autres mesures qui doivent être adaptées aux spécificités sectorielles ou géographiques de certaines régions.
2. Een lidstaat kan hetzij een enkel programma voor zijn gehele grondgebied, hetzij een programma per regio indienen, en kan ook een nationaal programma indienen voor bepaalde maatregelen en regionale programma's met het oog op andere maatregelen die moeten worden toegesneden op de specifieke sector of de geografische kenmerken van bepaalde regio's.