Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "procédure pénale peut néanmoins " (Frans → Nederlands) :

Si le ministère public estime que la gravité de la plainte dépasse la cause des points de rattachement, la procédure pénale peut néanmoins être initiée.

Indien het openbaar ministerie van oordeel is dat de ernst van de klacht de oorzaak van aanknopingspunten overstijgt, dan kan men de strafvordering niettemin op gang brengen.


Dans la justification de l'amendement, il est précisé que « si le ministère public estime que la gravité de la plainte dépasse la cause des points de rattachement, la procédure pénale peut néanmoins être initiée ».

De verantwoording zegt daarover dat « indien het openbaar ministerie van oordeel is dat de ernst van de klacht de oorzaak van de aanknopingspunten overstijgt, men de strafvordering niettemin op gang kan brengen ».


Il apparaît de la formulation de la question préjudicielle et de la procédure antérieure que la question préjudicielle peut être interprétée en ce sens qu'elle porte, d'une part, sur la différence de traitement entre les parties qui sont déjà impliquées dans la procédure pénale au moment où la chambre des mises en accusation prononce la nullité d'actes irréguliers et les parties qui ne sont impliquées dans la procédure pénale qu'ul ...[+++]

Uit de bewoordingen van de prejudiciële vraag en uit de rechtspleging in het bodemgeschil blijkt dat de prejudiciële vraag zo kan worden begrepen dat zij betrekking heeft, enerzijds, op het verschil in behandeling tussen de partijen die reeds in de strafprocedure betrokken zijn op het ogenblik dat de kamer van inbeschuldigingstelling de nietigheid van onregelmatige handelingen uitspreekt en de partijen die pas nadien in de strafprocedure betrokken worden, doordat enkel eerstgenoemden zich hebben kunnen verdedigen wat de mogelijkheid tot inzage en gebruik van de nietigverklaarde stukken in de verdere rechtspleging betreft (eerste onderdee ...[+++]


II. L'article 20, alinéa 2, du titre préliminaire du Code de procédure pénale viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'il prévoit que l'action publique pourra encore être exercée ultérieurement à l'égard d'une personne morale qui a perdu sa personnalité juridique d'une des manières visées à l'article 20, alinéa 1, du titre préliminaire du Code de procédure pénale, et ce sans qu'il doive être prouvé que cette perte de la personnalité juridique a pour but d'échapper aux poursuites, si la perte de la personnalité juridique n'a lieu qu'après que la personne morale a été inculpée ...[+++]

II. Schendt artikel 20, tweede lid van de Voorafgaande Titel van het wetboek van strafvordering de artikelen 10 en 11 van de Grondwet door te bepalen dat de strafvordering toch nog verder kan worden uitgeoefend tegenover een rechtspersoon die zijn rechtspersoonlijkheid heeft verloren op één van de wijzen bepaald in artikel 20, eerste lid van de Voorafgaande Titel van het wetboek van strafvordering, én dit zonder dat bewijs moet worden geleverd dat dit verlies van de rechtspersoonlijkheid tot doel heeft om te ontsnappen aan de vervolg ...[+++]


Moerman, E. Derycke en F. Daoût, assistée du greffier F. Meersschaut, présidée par le président J. Spreutels, après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : I. Objet de la question préjudicielle et procédure Par arrêt du 26 novembre 2014 en cause de Khalid Oussaih, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 12 décembre 2014, la Cour de cassation a posé la question préjudicielle suivante : « L'article 2 de l'arrêté royal n° 236 du 20 janvier 1936 simplifiant certaines formes de la procédure pénale à l'égard des détenus, c ...[+++]

Moerman, E. Derycke en F. Daoût, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter J. Spreutels, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij arrest van 26 november 2014 in zake Khalid Oussaih, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 12 december 2014, heeft het Hof van Cassatie de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 2 van het koninklijk besluit nr. 236 van 20 januari 1936 tot vereenvoudiging van sommige vormen van de strafvordering ten opzichte van de gedetineerden, bekrachtigd bij de wet van 4 mei 1936, de artike ...[+++]


Art. 63. L'autorité compétente pour la prononciation de la suspension préventive peut diminuer le traitement et peut refuser à l'agent le droit de faire valoir ses titres à la promotion et à la promotion barémique, dans les cas suivants : 1° lorsque l'agent fait l'objet d'une procédure pénale; 2° lorsque l'agent fait l'objet d'une procédure disciplinaire.

Art. 63. De overheid bevoegd voor het uitspreken van de preventieve schorsing kan de wedde verminderen en kan aan de ambtenaar het recht ontzeggen aanspraak te maken op bevordering en bevordering in weddeschaal in de volgende gevallen : 1° wanneer de ambtenaar het voorwerp is van een strafrechtelijke procedure; 2° wanneer de ambtenaar het voorwerp is van een tuchtprocedure.


Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet et R. Leysen, assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le juge A. Alen, après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : I. Objet de la question préjudicielle et procédure Par jugement du 23 octobre 2014 en cause de la SA « Herman Verboven » et autres contre la SA « Honda Motor Europe Logistics », dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 4 novembre 2014, le Tribunal de commerce de Gand, division Termonde, a posé la question préjudicielle suivante : « L'article 2262bis, § 1, alinéa 2, du Code civil, interprété en ce sens que l'action en réparatio ...[+++]

Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet en R. Leysen, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van rechter A. Alen, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 23 oktober 2014 in zake de nv « Herman Verboven » en anderen tegen de nv « Honda Motor Europe Logistics », waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 4 november 2014, heeft de Rechtbank van Koophandel te Gent, afdeling Dendermonde, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 2262bis, § 1, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek, ...[+++]


« Considérant que cette disposition permet à l'autorité disciplinaire de différer les poursuites disciplinaires jusqu'à la fin de la procédure pénale, mais ne l'y oblige pas; que l'autorité disciplinaire qui, en opportunité, use de la faculté de n'entamer les poursuites disciplinaires qu'à l'issue de la procédure pénale doit demeurer attentive au principe du délai raisonnable; qu'elle ne peut tenir l'action disciplinaire en suspens que si les moyens d'investigation dont elle dispose ne lui p ...[+++]

« Overwegende dat de tuchtoverheid op grond van deze bepaling de tuchtrechtelijke vervolging kan uitstellen tot na de afloop van de strafrechtelijke procedure, maar er niet toe verplicht is; dat de tuchtoverheid die, wanneer deze het opportuun acht, gebruik maakt van de mogelijkheid om pas een tuchtrechtelijke vervolging in te stellen na afloop van de strafrechtelijke procedure, dient te letten op het beginsel van de redelijke termijn; dat zij de tuchtrechtelijke vervolging alleen mag uitstellen wanneer zij op grondslag van de onderzoeksmiddelen waarover zij beschikt geen beoordeling kan geven van de feiten die het personeelslid ten la ...[+++]


L'article 21bis du Titre préliminaire du Code de procédure pénale prévoit néanmoins une double exception pour des faits commis sur des mineurs d'áge : le délai de prescription ne commence à courir qu'à partir du jour où la victime atteint l'áge de dix-huit ans, et il est de dix ans au lieu de cinq.

Hiervoor voorziet artikel 21bis van de Voorafgaande titel van het Wetboek van Strafuitvoering evenwel in een dubbel uitzonderingsregime wat de feiten betreft gepleegd op minderjarigen: de verjaringstermijn begint in die gevallen pas te lopen vanaf de leeftijd van 18 jaar en bedraagt 10 jaar in plaats van 5 jaar.


Sur le plan juridique, on ne peut parler d'une condamnation à tort qu'en cas d'application de la procédure « révision » telle que définie aux articles 443 et suivants du Code de procédure pénale ou de la procédure « dénonciation sur ordre du ministre de la Justice », telle que définie à l'article 441 du Code de procédure pénale.

Juridisch gezien kan men slechts van een onterechte veroordeling spreken, wanneer toepassing wordt gemaakt van de procedure `herziening', zoals omschreven in de artikelen 443 en volgende van het Wetboek van Strafvordering, of wanneer de procedure `aangifte op bevel van de minister van Justitie', zoals omschreven in artikel 441 van het Wetboek van Strafvordering, wordt toegepast.




datacenter (12): www.wordscope.be (v4.0.br)

procédure pénale peut néanmoins ->

Date index: 2022-02-03
w