C'est finalement par référence à « toute implantation au sens de l'article 4, alinéa 1, 9° et 10°, de l'arrêté royal du 2 août 1984 portant rationalisation et programmation de l'enseignement maternel et primaire ordinaire » que le législateur décrétal a entendu définir les écoles fondamentales et primaires effectivement prises en compte pour le calcul des distances nécessaires à la détermination de l'indice composite réel des élèves concernés.
Het is ten slotte met verwijzing naar « elke vestiging in de zin van artikel 4, eerste lid, 9° en 10°, van het koninklijk besluit van 2 augustus 1984 houdende rationalisatie en programmatie van het gewoon kleuter- en lager onderwijs » dat de decreetgever de basisscholen en lagere scholen heeft willen bepalen die daadwerkelijk in aanmerking worden genomen voor de berekening van de afstanden die noodzakelijk zijn voor het bepalen van het werkelijke samengesteld indexcijfer van de betrokken leerlingen.