La pratique actuelle veut, dans ce cas, que la commission des affaires juridiques soit consultée sur la pertinence de déposer des observations devant la Cour de justice, la décision finale revenant au Président en vertu des pouvoirs que lui confère l'article 19, paragraphe 4.
In de bestaande praktijk wordt in deze gevallen de Commissie juridische zaken geraadpleegd over de relevantie van het indienen van opmerkingen bij het Hof van Justitie, waarbij de Voorzitter van het Parlement het definitieve besluit neemt in het kader van de bevoegdheden die hem door artikel 19, lid 4 worden toegekend.