L
e plaignant a indiqué que la Commission aurait dû quantifier le montant de la subvention dans le cas de deux programmes fiscaux concernant les SCE, à savoir le crédit d'impôt sur le
revenu pour les SCE achetant des équipements de fabrication nationale et les exonérations fiscales (exemption totale pendant deux ans et abattement de moitié pendant les trois années suivantes) au profit des SCE productives, compte tenu du manque de coopération des pouvoirs publics chinois et du fait que ceux-ci auraient dû fournir des éléments prouvant qu'aucun avantage résultant
de ces pro ...[+++]grammes n'avait été conféré aux producteurs de produits ARO au cours de la période d'enquête.
De klager voerde aan dat de Commissie het subsidiebedrag van twee belastingprogramma's met betrekking tot FIE's had moeten kwantificeren, namelijk de vennootschapsbelastingteruggave voor de aankoop van binnenlands geproduceerde apparatuur en de "two free/three half"-belastingvrijstelling voor de producerende FIE's, gezien het gebrek aan medewerking van de GOC en het feit dat de GOC bewijsmateriaal had moeten verstrekken waaruit blijkt dat in het OT geen voordelen dankzij deze programma's zijn toegekend aan OBS-producenten.