Compte tenu des faits de l'instance principale, il convient d'inférer de ce qui précède que la questi
on du juge a quo ne peut porter que sur l'article 6, alinéa 2, avant sa modification par la loi-programme du 11 juillet 2005 et avant l'entrée en vigueur de l'arrêté roya
l visé en B.3.5, et donc sur la situation dans laquelle le créancier d'aliments ne peut s'adresser au Service des créances alimentaires que concernant la perception et
le recouvrement des pensions alimentai ...[+++]res dues pour les enfants et entre époux ou cohabitants et le paiement de ces pensions lorsqu'elles ont été recouvrées.
Rekening houdend met de feiten in het bodemgeschil, dient uit het voorgaande te worden afgeleid dat de vraag van de verwijzende rechter enkel betrekking kan hebben op artikel 6, tweede lid, vóór de wijziging ervan bij de programmawet van 11 juli 2005 en vóór de inwerkingtreding van het in B.3.5 genoemde koninklijk besluit, en dus op de situatie waarbij de onderhoudsgerechtigde zich enkel tot de Dienst voor alimentatievorderingen kan richten voor wat betreft de inning en de invordering van de onderhoudsgelden verschuldigd voor de kinderen en tussen echtgenoten of samenwonenden en de uitbetaling van die gelden, wanneer ze ingevorderd zijn.