Art. 30. L'agent nommé au grade de paysagiste principal, revêtu auparavant du grade rayé de paysagiste principal (rang 28), conserve l'avantage de l'échelle de traitement particulière mentionnée ci-dessous, pour autant qu'elle soit plus avantageuse que l'échelle de traitement 28C :
Art. 30. De ambtenaar benoemd in de graad van eerstaanwezend landschapsdeskundige, voorheen bekleed met de geschrapte graad van eerstaanwezend landschapsdeskundige (rang 28), behoudt het voordeel van de hierna vermelde bijzondere weddeschaal, voor zover deze voordeliger uitvalt dan de weddeschaal 28C :