Lorsqu'en 1963, il fut question d'instaurer des facilités dans huit communes flamandes de la périphérie bruxelloise (les six communes à facilités actuelles, ainsi que Dilbeek et Strombeek-Bever) et trois communes wallonnes (Waterloo, Braine-l'Alleud et La Hulpe), on assista, du côté wallon, à une véritable levée de boucliers.
Toen er in 1963 sprake was van de invoering van faciliteiten in acht Vlaamse gemeenten rond Brussel (de huidige zes faciliteitengemeenten, alsook Dilbeek en Strombeek-Bever) en in drie Waalse (Waterloo, Eigenbrakel en Terhulpen), rees er van Waalse zijde algemeen verzet.