Le droit à l'information d'un patient majeur incapable de fait est exercé par sa personne de confiance ou, en l'absence d'une telle personne, par l'époux cohabitant, ou par un parent, un enfant majeur ou un proche.
Het informatierecht van een feitelijk onbekwame meerderjarige patiënt wordt uitgeoefend door diens vertrouwenspersoon of, indien die ontbreekt, door de samenlevende echtgenoot, dan wel door een ouder, een meerderjarig kind of een naastbestaande.