Selon le Gouvernement flamand, le moyen n'est pas recevable en ce qu'il invoque la violation du principe de standstill contenu dans l'article 23 de la Constitution, puisqu'il n'expose pas en quoi les dispositions attaquées opéreraient un recul significatif.
Volgens de Vlaamse Regering is het middel niet ontvankelijk in zoverre het de schending aanvoert van het in artikel 23 van de Grondwet vervatte standstill-beginsel, vermits niet wordt uiteengezet waarin de aanzienlijke achteruitgang zou zijn gelegen.