30. observe que les banques et les institutions multinationales de développement ont une incidence positive sur les pays en développement; estime qu'il est nécessaire d'approfondir l'analyse de leur incidence et d'envisager de continuer les activités d
ans le contexte des objectifs et des activités du Fonds européen de développement (FED); suggère que le financement de la
propriété terrienne pourrait être un coût d'investissement retenu, sous certaines conditions
liées aux objectifs environnementaux ...[+++] et sociaux, au titre du mandat extérieur de la BEI puisqu'il est essentiel au développement endogène, en particulier dans les pays d'Afrique;
30. stelt vast dat multinationale ontwikkelingsbanken en -instellingen een positief effect op de ontwikkelingslanden hebben; vindt dat hun effect nader moet worden onderzocht en dat verdere activiteiten moeten worden overwogen in de context van de doelstellingen en activiteiten van het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF); stelt voor om de financiering van grondbezit, mits aan milieu- en sociale doelstellingen wordt voldaan, in aanmerking te laten komen als investeringskosten in het kader van het externe mandaat van de EIB, aangezien grondbezit essentieel is voor de interne ontwikkeling, met name in Afrikaanse landen;