Le chômeur indique s'il était chômeur (" C " ), malade (" M " ), s'il effectuait du travail (en noircissant la case), s'il était en congé (" V " ) ou s'il se trouvait dans une autre situation dans laquelle il n'a pas droit aux allocations (" A " ).
Betrokkene duidt aan of hij werkloos was (" W " ), ziek was (" Z " ), arbeid verrichtte (zwart maken van het vakje), verlof nam (" V " ) of zich in een andere situatie bevond waarin hij geen recht heeft op uitkeringen (" A " ).