2. L'État membre destinataire peut, outre les mesures prévues à l'article 8 de la directive 90/425/CEE, prendre les mesures nécessaires, y compris la mise en quarantaine, à condition que cela n'altère pas la validité du sperme, en vue d'aboutir à des constatations certaines dans le cas où le sperme est suspecté d'être infecté ou contaminé par des germes pathogènes.
2. De Lid-Staat van bestemming kan, afgezien van de in Richtlijn 90/425/EEG bedoelde maatregelen, de nodige maatregelen nemen, afzondering van de partijen daaronder begrepen - mits daardoor geen afbreuk wordt gedaan aan de bruikbaarheid van het sperma -, om met zekerheid te kunnen vaststellen of verdacht sperma al dan niet aangetast is door of besmet is met ziektekiemen.