Vertaling van "maître professeur de morale " (Frans → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

professeur de morale non confessionnelle
leraar niet-confessionele zedenleer

maître de conférences | professeur des universités/professeure des universités | enseignant-chercheur/enseignante-chercheuse | maître de conférences/maîtresse de conférences
docente hoger onderwijs | docent hoger onderwijs | lector

chirurgien-dentiste professeur des universités-praticien hospitalier | chirurgien-dentiste professeur des universités-praticien hospitalier/chirurgienne-dentiste professeure des universités-praticienne hospitalière | maître de conférences des universités-praticien hospitalier d’odontologie/maîtresse de conférences des universités-praticienne hospitalière d’odontologie | maîtresse de conférences des universités-praticienne hospitalière d’odontologie
docente tandheelkunde hoger onderwijs | docent tandheelkunde hoger onderwijs | lector tandheelkunde

Association internationale des professeurs et maîtres de conférences des universités | IAUPL [Abbr.]
Internationale Vereniging van hoogleraren en lectoren | IAUPL [Abbr.]

maître de morale non confessionnelle
leermeester niet-confessionele zedenleer

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

« f) lorsqu'il s'agit d'un membre du personnel enseignant qui exerce la fonction de maître/professeur de morale non confessionnelle dans l'enseignement primaire ou secondaire, celui-ci dispose d'un titre sanctionnant une formation complémentaire en morale non confessionnelle d'au moins 15 points ECTS délivré par un établissement d'enseignement supérieur de la Communauté germanophone ou d'un ou plusieurs titres reconnus équivalents par le Gouvernement; »;
« f) indien het gaat om een personeelslid dat het ambt van leraar niet-confessionele zedenleer in het lager of secundair onderwijs bekleedt, beschikt dit personeelslid over het bewijs van het bestaan van een aanvullende opleiding van ten minste 15 ECTS-punten in de niet-confessionele zedenleer dat door een hogeschool in de Duitstalige Gemeenschap wordt uitgereikt of over één of meer bewijzen die door de Regering als gelijkwaardig worden erkend; »

« g) lorsqu'il s'agit d'un membre du personnel enseignant qui exerce la fonction de maître/professeur de morale non confessionnelle dans l'enseignement primaire ou secondaire, celui-ci dispose d'un titre sanctionnant une formation complémentaire en morale non confessionnelle d'au moins 15 points ECTS délivré par un établissement d'enseignement supérieur de la Communauté germanophone ou d'un ou plusieurs titres reconnus équivalents par le Gouvernement; »;
« g) indien het gaat om een personeelslid dat het ambt van leraar niet-confessionele zedenleer in het lager of secundair onderwijs bekleedt, beschikt dit personeelslid over het bewijs van het bestaan van een aanvullende opleiding van ten minste 15 ECTS-punten in de niet-confessionele zedenleer dat door een hogeschool in de Duitstalige Gemeenschap wordt uitgereikt of over één of meer bewijzen die door de Regering als gelijkwaardig worden erkend; »

L'article 16, alinéa 1, 5°, g), et l'article 39, alinéa 1, 5°, g), ne s'appliquent pas aux membres du personnel qui, au 31 août 2017, satisfont au régime de priorité mentionné à l'article 17 pour la fonction de maître/professeur de morale non confessionnelle dans l'enseignement primaire ou secondaire».
Artikel 16, eerste lid, 5°, g), en artikel 39, eerste lid, 5°, g) zijn niet van toepassing op personeelsleden die op 31 augustus 2017 voldoen aan de voorrangsregel vermeld in artikel 17 voor het ambt van leraar niet-confessionele zedenleer in het lager of secundair onderwijs».

« Art. 119. 10 L'article 33, alinéa 1, 5°, g), et l'article 49, § 1, alinéa 1, 5°, g), ne s'appliquent pas aux membres du personnel qui, au 31 août 2017, satisfont au régime de priorité mentionné à l'article 35 pour la fonction de maître/professeur de morale non confessionnelle dans l'enseignement primaire ou secondaire».
« Art. 119. 10 Artikel 33, eerste lid, 5°, g), en artikel 49, § 1, eerste lid, 5°, g), zijn niet van toepassing op personeelsleden die op 31 augustus 2017 voldoen aan de voorrangsregel vermeld in artikel 35 voor het ambt van leraar niet-confessionele zedenleer in het lager of secundair onderwijs».

L'article 20, § 1, alinéa 1, 5°, f), et l'article 37, alinéa 1, 5°, f), ne s'appliquent pas aux membres du personnel qui, au 31 août 2017, satisfont au régime de priorité mentionné à l'article 22 pour la fonction de maître/professeur de morale non confessionnelle dans l'enseignement primaire ou secondaire".
Artikel 20, § 1, eerste lid, 5°, f), en artikel 37, eerste lid, 5°, f), zijn niet van toepassing op personeelsleden die op 31 augustus 2017 voldoen aan de voorrangsregel vermeld in artikel 22 voor het ambt van leraar niet-confessionele zedenleer in het lager of secundair onderwijs".

Dans l'article 61, § 1 , point 7°, deuxième alinéa, du même décret, remplacé par le décret du 18 mai 1999, les mots « un maître ou professeur de religion, un maître de morale non confessionnelle ou professeur de morale non confessionnelle ou un enseignant de l'enseignement secondaire chargés de la morale non confessionnelle » sont remplacés par les mots « un enseignant de cours philosophiques ».
In artikel 61, § 1, punt 7°, tweede lid, van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 18 mei 1999, worden de woorden " een godsdienstleerkracht, een leermeester niet-confessionele zedenleer of leraar secundair onderwijs belast met niet-confessionele zedenleer" vervangen door de woorden " een leerkracht levensbeschouwelijk onderricht" .

A l'article 31, § 2, du même décret, remplacé par le décret du 14 février 2003, les mots « un maître ou professeur de religion, un maître de morale non confessionnelle ou professeur de morale non confessionnelle ou un enseignant de l'enseignement secondaire chargés de la morale non confessionnelle » sont remplacés par les mots « un enseignant de cours philosophiques ».
In artikel 31, § 2, van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 14 februari 2003, worden de woorden " een godsdienstleerkracht, een leermeester niet-confessionele zedenleer of een leraar secundair onderwijs belast met niet-confessionele zedenleer" vervangen door de woorden " een leerkracht levensbeschouwelijk onderricht" .

A l'article 9 du même décret, modifié par les décrets des 1 décembre 1993 et 18 mai 1999, les mots « Les maîtres et professeurs de religion, les maîtres de morale non confessionnelle et les professeurs de morale non confessionnelle » sont remplacés par les mots « Les enseignants de cours philosophiques ».
In artikel 9 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 1 december 1993 en 18 mei 1999, worden de woorden " De godsdienstleerkrachten en de leermeesters en de leraars niet-confessionele zedenleer" vervangen door de woorden " De leerkrachten levensbeschouwelijk onderricht" .

« 39° l'enseignant de cours philosophiques : le maître et professeur de religion, le maître de morale non confessionnelle et le professeur de morale non confessionnelle » ;
" 39° leerkracht levensbeschouwelijk onderricht: de godsdienstleerkracht, de leermeester niet-confessionele zedenleer en de leraar niet-confessionele zedenleer;

3° au paragraphe 3, deuxième alinéa, les mots « un maître de morale non confessionnelle » sont remplacés par les mots « un maître de morale non confessionnelle et un professeur de morale non confessionnelle » ;
3° in paragraaf 3, tweede lid, worden de woorden " een leermeester niet-confessionele zedenleer" vervangen door de woorden " een leermeester niet-confessionele zedenleer en een leraar niet-confessionele zedenleer" ;