Vu l'arrêté royal du 8 avril 1964 fixant le montant des jetons de présence et indemnités à attribuer aux présidents, vice-présidents, membres et secrétaires des conseils, comités, commissions et collèges de l'Institut national d'assurance maladie-invalidité, modifié par les arrêtés royaux des 12 octobre 1966, 20 juillet 1970, 30 novembre 1970, 14 septembre 1973, 3 mai 1985, 22 juillet 1991, 2 juin 1993, 8 novembre 1993, 11 mars 1994, 18 mai 1994 et 20 novembre 1997;
Gelet op het koninklijk besluit van 8 april 1964 tot vaststelling van het bedrag van het presentiegeld en de vergoedingen toe te kennen aan de voorzitters, ondervoorzitters, leden en secretarissen van de raden, comités, commissies en colleges van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 12 oktober 1966, 20 juli 1970, 30 november 1970, 14 september 1973, 3 mei 1985, 22 juli 1991, 2 juni 1993, 8 november 1993, 11 maart 1994, 18 mei 1994 en 20 november 1997;