Considérant que la SA « Mijnen » introduit la demande d'un permis de recherche d'hydrocarbures en application de l'article 34, § 2, alinéa premier, du décret du 8 mai 2009 concernant le sous-sol profond, comme titulaire de concessions de charbon qui sont octroyées dans le cadre des lois sur les mines, minières et carrières, coordonnées le 15 septembre 1919; que la zone de la demande de permis correspond à la zone des concessions de charbon; que la procédure, visée à l'article 6 du décret précité, ne doit donc pas être suivie;
Overwegende dat Mijnen nv de aanvraag voor een opsporingsvergunning voor koolwaterstoffen indient met toepassing van artikel 34, § 2, eerste lid, van het decreet van 8 mei 2009 betreffende de diepe ondergrond, als houder van steenkoolconcessies die verleend zijn in het kader van de op 15 september 1919 gecoördineerde wetten op de mijnen, de graverijen en de groeven; dat het gebied van de vergunningsaanvraag overeenstemt met het gebied van de steenkoolconcessies; dat de procedure, vermeld in artikel 6 van het voormelde decreet, dus niet gevolgd hoeft te worden;