Il découle de ce qui précède que l'indemnité forfaitair
e en cause, qu'elle présente un caractère purement indemnitaire ou répres
sif et concerne une amende de nature civile ou pénale, est compatible avec les articles
10, 11 et 13 de la Constitution, puisque le juge qui est saisi d'une action en contestation de l'indemni
té forfaitaire peut aussi ...[+++] bien contrôler la légalité de cette indemnité qu'apprécier le caractère propor
tionné de celle-ci, dans les mêmes limites que l'organisme percepteur des cotisations de sécurité sociale.
Uit hetgeen voorafgaat volgt dat de in het geding zijnde forfaitaire vergoeding, ongeacht of zij een louter vergoedend dan wel een repressief karakter vertoont en ongeacht of zij een boete van burgerrechtelijke of strafrechtelijke aard betreft, verenigbaar is met de artikelen 10, 11 en 13 van de Grondwet aangezien de rechter bij wie een vordering tot betwisting van de forfaitaire vergoeding aanhangig is zowel de wettigheid ervan vermag te toetsen als, binnen dezelfde grenzen als de inningsinstelling van de socialezekerheidsbijdragen, het evenredige karakter van de vergoeding kan beoordelen.