Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Traduction de «judiciaire ne peut être valablement introduit avant » (Français → Néerlandais) :

Dans le cas où l'opposition à contrainte a été rejetée, aucun recours contre la décision judiciaire ne peut être valablement introduit avant que le montant des sommes dues ait été consigné ».

Ingeval het verzet tegen dwangschrift verworpen werd, kan geen beroep tegen de rechterlijke beslissing geldig aangetekend worden alvorens het bedrag der verschuldigde sommen geconsigneerd werd ».


Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet et R. Leysen, assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le juge A. Alen, après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : I. Objet de la question préjudicielle et procédure Par arrêt du 28 avril 2015 en cause de la SA « Merit Capital » contre l'Etat belge, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 6 mai 2015, la Cour d'appel d'Anvers a posé la question préjudicielle suivante : « L'article 202, alinéa 3, du Code des droits et taxes divers, qui dispose : ' Dans le cas où l'opposition à contrainte a été rejetée, aucun recours contre la décision judiciaire ne peut être valablement introduit avant ...[+++]

Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet en R. Leysen, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van rechter A. Alen, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij arrest van 28 april 2015 in zake de nv « Merit Capital » tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 6 mei 2015, heeft het Hof van Beroep te Antwerpen de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Doet artikel 202, derde lid WDRT [Wetboek diverse rechten en taksen], luidend als volgt: ' Ingeval het verzet tegen dwangschrift verworpe ...[+++]


Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Par arrêt du 28 avril 2015 en cause de la SA « Merit Capital » contre l'Etat belge, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 6 mai 2015, la Cour d'appel d'Anvers a posé la question préjudicielle suivante : « L'article 202 , alinéa 3, du Code des droits et taxes divers, qui dispose : ' Dans le cas où l'opposition à contrainte a été rejetée, aucun recours contre la décision judiciaire ne peut être valablement introduit avant que le montant des sommes dues ait été consigné'.

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van 28 april 2015 in zake de nv « Merit Capital » tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 6 mei 2015, heeft het Hof van Beroep te Antwerpen de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Doet artikel 202 , derde lid WDRT [Wetboek diverse rechten en taksen], luidend als volgt: ' Ingeval het verzet tegen dwangschrift verworpen werd, kan geen beroep tegen de rechterlijke beslissing geldig aangetekend worden alvorens het bedrag der verschuldigde sommen geconsigneerd werd'.


Il est demandé à la Cour si l'article 36, § 2, 3°, de la loi du 26 juin 2002 est compatible avec les articles 10 et 11 de la Constitution en ce que les délais visés au paragraphe 1 de cet article ne sont pas applicables aux travailleurs licenciés qui bénéficient d'une décision rendue au terme d'une procédure judiciaire qui a été valablement introduite avant la fermeture de l'entreprise, alors que ces délais sont applicables aux travailleurs licenciés qui bénéficient d'une transaction conclue avec l'ancien employeur avant ...[+++]

Het Hof wordt gevraagd of artikel 36, § 2, 3°, van de wet van 26 juni 2002 bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat de in paragraaf 1 van dat artikel bedoelde termijnen niet van toepassing zijn op de ontslagen werknemers die het voordeel genieten van een beslissing uitgesproken na verloop van een gerechtelijke procedure, die vóór de sluiting van de onderneming geldig werd ingeleid, terwijl die termijnen wel van toepassing zijn op de ontslagen werknemers die het voordeel genieten van een dading die met de voormalige werkgever werd gesloten vóór de sluiting van de onderneming.


« L'article 36, § 2, 3°, de la loi du 26 juin 2002 relative aux fermetures d'entreprises comporte-t-il une violation des articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'il déclare les délais prévus au § 1 non applicables aux travailleurs licenciés qui bénéficient d'une décision rendue au terme d'une procédure judiciaire valablement introduite avant la fermeture et ce, pour les montants découlant de cette décision, alors que les délais prévus au § 1 sont bien d'application aux travailleurs licenciés qui bénéficient d'une transactio ...[+++]

« Houdt artikel 36, § 2, 3°, van de wet van 26 juni 2002 betreffende de sluiting van de ondernemingen een schending in van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat het de in § 1 bedoelde termijnen niet van toepassing verklaart op de ontslagen werknemers die het voordeel genieten van een beslissing uitgesproken na verloop van een gerechtelijke procedure, die vóór de sluiting geldig werd ingeleid, en dit voor de bedragen die voortvloeien uit deze beslissing, terwijl de in § 1 bedoelde termijnen wel van toepassing zijn op de ontslagen werknemers die het voordeel genieten van een dading, geldig afgesloten met de voormalige werkgever vó ...[+++]


En vertu de l'article 36, § 2, 3°, de la loi du 26 juin 2002, la condition relative au moment où le licenciement a eu lieu n'est toutefois pas applicable aux travailleurs licenciés qui bénéficient d'une décision rendue au terme d'une procédure judiciaire valablement introduite avant la fermeture pour les montants découlant de cette décision.

Krachtens artikel 36, § 2, 3°, van de wet van 26 juni 2002 is de voorwaarde betreffende het tijdstip waarop het ontslag heeft plaatsgevonden evenwel niet van toepassing op ontslagen werknemers die het voordeel genieten van een beslissing uitgesproken na verloop van een gerechtelijke procedure die vóór de sluiting geldig werd ingeleid, en dit voor de bedragen die voortvloeien uit die beslissing.


« L'article 36, § 2, 3°, de la loi du 26 juin 2002 relative aux fermetures d'entreprises comporte-t-il une violation des articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'il déclare les délais prévus au § 1 non applicables aux travailleurs licenciés qui bénéficient d'une décision rendue au terme d'une procédure judiciaire valablement introduite avant la fermeture et ce, pour les montants découlant de cette décision, alors que les délais prévus au § 1 sont bien d'application aux travailleurs licenciés qui bénéficient d'une transactio ...[+++]

« Houdt artikel 36, § 2, 3°, van de wet van 26 juni 2002 betreffende de sluiting van de ondernemingen een schending in van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat het de in § 1 bedoelde termijnen niet van toepassing verklaart op de ontslagen werknemers die het voordeel genieten van een beslissing uitgesproken na verloop van een gerechtelijke procedure, die vóór de sluiting geldig werd ingeleid, en dit voor de bedragen die voortvloeien uit deze beslissing, terwijl de in § 1 bedoelde termijnen wel van toepassing zijn op de ontslagen werknemers die het voordeel genieten van een dading, geldig afgesloten met de voormalige werkgever vó ...[+++]


Art. 11. Le Collège de la Commission Communautaire Française délibère valablement des points à son ordre du jour, si plus de la moitié de ses Membres sont présents et sauf demande de report de tel ou tel point introduite avant la séance par un Membre dont l'absence est justifiée.

Art. 11. Het College van de Franse Gemeenschapscommissie beraadslaagt op geldige wijze over de punten op zijn agenda indien meer dan de helft van zijn Leden aanwezig zijn, behalve in geval van een verzoek van verdaging van een of ander agendapunt ingediend voor de zitting door een Lid waarvan de afwezigheid gerechtvaardigd is.


Art. 10. Dans le titre X, du même Code, il est inséré un article 543, rédigé comme suit : "Art. 543. Le contribuable peut demander l'application de la déduction pour revenus de brevets conformément aux articles 205 à 205 ou à l'article 236bis, tels qu'ils existaient avant leur abrogation par les articles 4 à 8 de la loi du 3 août 2016, pour les revenus de brevets reçus jusqu'au 30 juin 2021 inclus, provenant de brevets éligibles ...[+++]

Art. 10. In titel X, van hetzelfde Wetboek, wordt een artikel 543 ingevoegd, luidende : "Art. 543. De belastingplichtige kan de toepassing vragen van de overeenkomstig de artikelen 205 tot 205 of artikel 236bis, zoals ze bestonden voor ze werden opgeheven door de artikelen 4 tot 8 van de wet van 3 augustus 2016, bepaalde aftrek voor octrooi-inkomsten voor tot en met 30 juni 2021 verkregen octrooi-inkomsten uit in aanmerking komende octrooien waarvan de aanvragen zijn ingediend vóór 1 juli 2016 of, in het geval van verworven octrooien of licentierechten, die zijn verworven vóór 1 juli 2016.


Si, en l'occurrence, une fiche corrective présentant le montant correct de l'avantage de toute nature préindiqué est introduite avant le 30 juin de l'année suivant l'année de revenus, souscrivez-vous à l'idée que cette situation ne peut être considérée comme une infraction aux règles relatives à l'obligation d'établir des fiches et ne peut dès lors être passible d'une amende?

Indien er in dergelijk geval voor 30 juni van het jaar volgend op het inkomstenjaar een corrigerende fiche wordt ingediend met het correcte bedrag van het reeds aangegeven voordeel van alle aard, kan u dan akkoord gaan dat dit niet als een overtreding van de regels aangaande de fiche-verplichting dient beschouwd te worden en dat er dan ook geen boete dient opgelegd te worden?


w