Traduction de «intérêts moratoires relatifs » (Français → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE

échéance sur arriéré | intérêt d'atermoiement | intérêt de retard | intérêt moratoire
moratoire interest | moratoire rente | rente bij uitstel van betaling

intérêts de pénalisation | intérêts de retard | intérêts moratoires
achterstalligheidsrente | achterstandsrente | moratoire interest | vertragingsrente

intérêt de retard | intérêt moratoire
moratoire interest | moratoriumrente | nalatigheidsintrest | rente wegens vertraagde overmaking

intérêt moratoire
moratoriuminterest

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

« Par arrêté délibéré en Conseil des ministres et pris après concertation avec les gouvernements concernés, le Roi règle l'affectation des intérêts de retard et la charge des intérêts moratoires relatifs aux impôts visés à l'article 3».
« .bij een in Ministerraad overlegd besluit, genomen na overleg met de betrokken regeringen, regelt de Koning de toewijzing van de nalatigheidsinteresten en de last van de verwijlinteresten bedoeld in artikel 3 ».

« Par arrêté délibéré en Conseil des ministres et pris après concertation avec les exécutifs concernés, le Roi règle l'affectation des intérêts de retard et la charge des intérêts moratoires relatifs aux impôts visés à l'article 3. »
« Bij een in Ministerraad overlegd besluit, genomen na overleg met de betrokken regeringen, regelt de Koning de toewijzing van de nalatigheidsintresten en de last van de verwijlintresten op de belastingen bedoeld in artikel 3».

EXEMPTION VISA PREALABLE CONTROLEUR DES ENGAGEMENTS Art. 65. En exécution de l'article 7, § 1, 28°, de l'arrêté du Gouvernement flamand du 14 octobre 2011 relatif aux règles comptables et aux règles d'imputation applicables aux Ministères flamands et relatif au contrôle des crédits d'engagement, les dépenses suivantes peuvent être faites sans visa préalable du contrôleur des engagements, sans préjudice des dispositions du décret du 8 juillet 2001 réglant le budget, la comptabilité, l'attribution de subventions et le contrôle de leur utilisation, et le contrôle par la Cour des Comptes : 1° les pensions des membres du personnel nommés à titre définitif de la VRT et les pensions de survie allouées aux ayants droit de ces membres du personnel, payées par la Communauté flamande ; 2° le paiement des intérêts moratoires dus aux contribuables dans le cadre de la perception de l'impôt sur la succession et de l'impôt d'enregistrement par la Région flamande et de la taxe sur les bénéfices résultant de la planification spatiale ; 3° le revenu d'intégration sociale de remplacement de personnes sous surveillance électronique ; 4° les frais de fonctionnement, quel que soit le montant, à charge des articles budgétaires ci-dessous : Article budgétaire CB0-1CEB2AA-WT DB0-1DAX2ZZ-WT DB0-1DDA2AB-WT DB0-1DDA2AC-WT DB0-1DDA2AF-WT DB0-1DEA2AA-WT DB0-1DEA2AB-WT DB0-1DGF2AA-WT EB0-1EAG2ZZ-WT EC0-1EAG2ZZ-WT EC0-1EAG4ZZ-WT EC0-1ECG2AA-WT FB0-1FAE2ZZ-WT FB0-1FHE2AB-WT FB0-1FHE2AC-WT FB0-1FHE2AD-WT FB0-1FHE2AK-WT FB0-1FHE2AM-WT FC0-1FAE2ZZ-WT FC0-1FGE2AE-WT FC0-1FGE2AK-WT FD0-1FEE2AC-WT GB0-1GAD2ZZ-WT GB0-1GED2AA-WT GD0-1GAD2ZZ-WT GE0-1GAD2ZZ-WT HB0-1HAI2ZZ-WT JB0-1JAX2ZZ-WT JB0-1JAX4ZZ-WT JB0-1JEC2AA-WT KB0-1KAH2ZZ-WT KD0-1KAH2ZZ-WT Article budgétaire LB0-1LAX2ZZ-WT LD0-1LAH2ZZ-WT LE0-1LAB2ZZ-WT LE0-1LEB2AB-WT LE0-1LEB4AC-WT MB0-1MAF2ZZ-WT MB0-1MIF2AE-WT MC0-1MAF2ZZ-WT MC0-1MIF2AA-WT MC0-1MIF2AB-WT MC0-1MIF2AC-WT MD0-1MAF2ZZ-WT MD0-1MHF2AA-WT MD0-1MHF2AB-WT PA0-1PAX2ZZ-WT PB0-1PAC2ZZ-WT PF ...
VRIJSTELLLING VOORAFGAAND VISUM CONTROLEUR VAN DE VASTLEGGINGEN Art. 65. In uitvoering van artikel 7, § 1, 28°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 oktober 2011 betreffende de boekhoudregels en de aanrekeningsregels die van toepassing zijn op de Vlaamse ministeries, en betreffende de controle op de vastleggingskredieten, mogen volgende uitgaven geschieden zonder voorafgaand visum van de controleur van de Vastleggingen, onverminderd de bepalingen van het decreet van 8 juli 2011 houdende regeling van de begroting, de boekhouding, de toekenning van subsidies en de controle op de aanwending ervan, en de controle door het Rekenhof : 1° de pensioenen voor de vastbenoemde personeelsleden van de VRT en de overlevingspensioenen, toegekend aan de rechtverkrijgenden van die personeelsleden uitbetaald door de Vlaamse Gemeenschap; 2° de betaling van de moratoriumintresten verschuldigd aan belastingplichtigen in het kader van de inning van de erf- en registratiebelasting door het Vlaamse Gewest en van de planbatenheffing; 3° het vervangend leefloon voor personen onder elektronisch toezicht; 4° de werkingskosten, ongeacht het bedrag, op onderstaande begrotingsartikelen : Begrotingsartikel CB0-1CEB2AA-WT DB0-1DAX2ZZ-WT DB0-1DDA2AB-WT DB0-1DDA2AC-WT DB0-1DDA2AF-WT DB0-1DEA2AA-WT DB0-1DEA2AB-WT DB0-1DGF2AA-WT EB0-1EAG2ZZ-WT EC0-1EAG2ZZ-WT EC0-1EAG4ZZ-WT EC0-1ECG2AA-WT FB0-1FAE2ZZ-WT FB0-1FHE2AB-WT FB0-1FHE2AC-WT FB0-1FHE2AD-WT FB0-1FHE2AK-WT FB0-1FHE2AM-WT FC0-1FAE2ZZ-WT FC0-1FGE2AE-WT FC0-1FGE2AK-WT FD0-1FEE2AC-WT GB0-1GAD2ZZ-WT GB0-1GED2AA-WT GD0-1GAD2ZZ-WT GE0-1GAD2ZZ-WT HB0-1HAI2ZZ-WT JB0-1JAX2ZZ-WT JB0-1JAX4ZZ-WT JB0-1JEC2AA-WT KB0-1KAH2ZZ-WT KD0-1KAH2ZZ-WT LB0-1LAX2ZZ-WT LD0-1LAH2ZZ-WT LE0-1LAB2ZZ-WT LE0-1LEB2AB-WT LE0-1LEB4AC-WT MB0-1MAF2ZZ-WT MB0-1MIF2AE-WT MC0-1MAF2ZZ-WT MC0-1MIF2AA-WT MC0-1MIF2AB-WT MC0-1MIF2AC-WT MD0-1MAF2ZZ-WT MD0-1MHF2AA-WT MD0-1MHF2AB-WT PA0-1PAX2ZZ-WT PB0-1PAC2ZZ-WT PF0-1PAA2ZZ-WT PH0-1PKC2AA-WT PH0-1PKC2AC-WT 5° de subsidies en loontege ...

Art. 6. Conformément à l'article 53, 1° de la loi spéciale du 16 janvier 1989 relative au financement des Communautés et des Régions, modifiée par la loi spéciale du 16 juillet 1993 visant à achever la structure fédérale de l'Etat, compte tenu de l'affectation des intérêts de retard et de la charge des intérêts moratoires relatifs aux impôts régionaux telle que visée à l'article 4, §6 de cette même loi spéciale, compte tenu également de l'application par la Région flamande, en matière de précompte immobilier à partir de l'exercice d'imposition 1999, de la faculté offerte aux Régions par l'article 5, § 3 de ladite loi spéciale d'assurer elles-mêmes le service des impôts régionaux dont le produit leur est entièrement attribué, les moyens financiers des Régions en provenance des impôts régionaux, y compris les intérêts susvisés, sont estimés pour l'année budgétaire 2001 à 45.489.700.000 francs belges pour la Région flamande, à 20.776.000.000 de francs belges pour la Région wallonne et à 13.682.900.000 francs belges pour la Région de Bruxelles-Capitale.
Art. 6. Overeenkomstig artikel 53, 1° van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten, gewijzigd door de bijzondere wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale staatsstructuur, en rekening houdend met de toepassing van de in artikel 4, § 6 van dezelfde bijzondere wet bedoelde toewijzing van de nalatigheidsinteresten en de last van de verwijlinteresten op de gewestelijke belastingen, alsook met de toepassing door het Vlaams Gewest, voor wat de onroerende voorheffing met ingang van het aanslagjaar 1999 betreft, van de in artikel 5, § 3 van dezelfde bijzondere wet voorziene mogelijkheid voor de Gewesten om zelf de dienst te verzekeren van de gewestelijke belastingen waarvan de opbrengst volledig is toegewezen, worden de financiële middelen van de Gewesten voortvloeiend uit de gewestelijke belastingen, met inbegrip van voormelde interesten, voor het begrotingsjaar 2001 geraamd op 45.489.700.000 Belgische frank voor het Vlaams Gewest, op 20.776.000.000 Belgische frank voor het Waals Gewest en op 13.682.900.000 Belgische frank voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Art. 13. Conformément à l'article 53, 1°, de la loi spéciale du 16 janvier 1989 relative au financement des Communautés et des Régions, modifiée par la loi spéciale du 16 juillet 1993 visant à achever la structure fédérale de l'Etat, et en tenant compte de l'affectation des intérêts de retard et de la charge des intérêts moratoires relatifs aux impôts régionaux telles que visées à l'article 4, § 6, de cette même loi spéciale, compte tenu également de l'application par la Région flamande, en matière de précompte immobilier et à partir de l'exercice d'imposition 1999, de la faculté offerte aux Régions par l'article 5, § 3, de ladite loi spéciale d'assurer elles-même le service des impôts régionaux dont le produit leur est entièrement attribué, les moyens financiers des Régions en provenance des impôts régionaux sont estimés, pour l'année budgétaire 2001, à 44 067 700 000 francs belges pour la Région flamande, à 21 038 400 000 francs belges pour la Région wallonne et à 13 513 400 000 francs belges pour la Région de Bruxelles-Capitale.
Art. 13. Overeenkomstig artikel 53, 1°, van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten, gewijzigd door de bijzondere wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale staatsstructuur, en rekening houdend met de toepassing van de in artikel 4, § 6, van dezelfde bijzondere wet bedoelde toewijzing van de nalatigheidsinteresten en de last van de verwijlinteresten op de gewestelijke belastingen, alsook met de toepassing door het Vlaams Gewest, voor wat de onroerende voorheffing met ingang van het aanslagjaar 1999, van de in artikel 5, § 3, van dezelfde bijzondere wet voorziene mogelijkheid voor de Gewesten om zelf de dienst te verzekeren van de gewestelijke belastingen waarvan de opbrengst volledig is toegewezen, worden de financiële middelen van de Gewesten voortvloeiend uit de gewestelijke belastingen, met inbegrip van voormelde interesten, voor het begrotingsjaar 2001 geraamd op 44 067 700 000 Belgische frank voor het Vlaams Gewest, op 21 038 400 000 Belgische frank voor het Waals Gewest en op 13 513 400 000 Belgische frank voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Art. 6. Conformément à l'article 53, 1°, de la loi spéciale du 16 janvier 1989 relative au financement des Communautés et des Régions, modifiée par la loi spéciale du 16 juillet 1993 visant à achever la structure fédérale de l'Etat, compte tenu de l'affectation des intérêts de retard et de la charge des intérêts moratoires relatifs aux impôts régionaux telle que visée à l'article 4, § 6, de cette même loi spéciale, compte tenu également de l'application par la Région flamande, en matière de précompte immobilier à partir de l'exercice d'imposition 1999, de la faculté offerte aux Régions par l'article 5, § 3, de ladite loi spéciale d'assurer elles-mêmes le service des impôts régionaux dont le produit leur est entièrement attribué, les moyens financiers des Régions en provenance des impôts régionaux, y compris les intérêts susvisés, sont estimés pour l'année budgétaire 2000 à 40 946 400 000 francs belges pour la Région flamande, à 20 181 100 000 francs belges pour la Région wallonne et à 13 110 700 000 francs belges pour la Région de Bruxelles-Capitale.
Art. 6. Overeenkomstig artikel 53, 1°, van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten, gewijzigd door de bijzondere wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale staatsstructuur, en rekening houdend met de toepassing van de in artikel 4, § 6, van dezelfde bijzondere wet bedoelde toewijzing van de nalatigheidsintesten en de last van de verwijlinteresten op de gewestelijke belastingen, alsook met de toepassing door het Vlaams Gewest, voor wat de onroerende voorheffing met ingang van het aanslagjaar 1999 betreft, van de in artikel 5, § 3, van dezelfde bijzondere wet voorziene mogelijkheid voor de Gewesten om zelf de dienst te verzekeren van de gewestelijke belastingen waarvan de opbrengst volledig is toegewezen, worden de financiële middelen van de Gewesten voortvloeiend uit de gewestelijke belastingen, met inbegrip van voormelde interesten, voor het begrotingsjaar 2000 genaamd op 40 946 400 000 Belgische frank voor het Vlaams Gewest, op 20 181 100 000 Belgische frank voor het Waals Gewest en op 13 110 700 000 Belgische frank voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Art. 12. Conformément à l'article 53, 1°, de la loi spéciale du 16 janvier 1989 relative au financement des Communautés et des Régions, modifiée par la loi spéciale du 16 juillet 1993 visant à achever la structure fédérale de l'Etat, et en tenant compte de l'affectation des intérêts de retard et de la charge des intérêts moratoires relatifs aux impôts régionaux telles que visées à l'article 4, § 6, de cette même loi spéciale, compte tenu également de l'application par la Région flamande, en matière de précompte immobilier et à partir de l'exercice d'imposition 1999, de la faculté offerte aux Régions par l'article 5, § 3, de ladite loi spéciale d'assurer elles-même le service des impôts régionaux dont le produit leur est entièrement attribué, les moyens financiers des Régions en provenance des impôts régionaux sont estimés, pour l'année budgétaire 2000, à 39 235 900 000 de francs pour la Région flamande, à 19 102 900 000 francs pour la Région wallonne et à 12 239 800 000 francs pour la Région de Bruxelles-Capitale.
Art. 12. Overeenkomstig artikel 53, 1°, van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten, gewijzigd door de bijzondere wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale staatsstructuur, en rekening houdend met de toepassing van de in artikel 4, § 6, van dezelfde bijzondere wet bedoelde toewijzing van de nalatigheidsinteresten en de last van de verwijlinteresten op de gewestelijke belastingen, alsook met de toepassing door het Vlaams Gewest, op de onroerende voorheffing en met ingang van het aanslag jaar 1999, van de in artikel 5, § 3, van dezelfde bijzondere wet voorziene mogelijkheid voor de Gewesten om zelf de dienst te verzekeren van de gewestelijke belastingen waarvan de opbrengst volledig is toegewezen, worden de financiële middelen van de Gewesten voortvloeiend uit de gewestelijke belastingen, met inbegrip van voormelde interesten, voor het begrotingsjaar 2000 geraamd op 39 235 900 000 frank voor het Vlaams Gewest; op 19 102 900 000 frank voor het Waals Gewest en op 12 239 800 000 frank voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Art. 6. Conformément à l'article 53, 1°, de la loi spéciale du 16 janvier 1989 relative au financement des Communautés et des Régions, modifiée par la loi spéciale du 16 juillet 1993 visant à achever la structure fédérale de l'Etat, et en tenant compte de l'affectation des intérêts de retard et de la charge des intérêts moratoires relatifs aux impôts régionaux telles que visées à l'article 4, § 6, de cette même loi spéciale, les moyens financiers des Régions en provenance des impôts régionaux y compris les intérêts susvisés, sont estimés pour l'année budgétaire 1999 à 40.746.900.000 francs pour la Région flamande, à 17.397.100.000 francs pour la Région wallonne et à 11.557.200.000 francs pour la Région de Bruxelles-Capitale.
Art. 6. Overeenkomstig artikel 53, 1°, van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten, gewijzigd door de bijzondere wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale staatsstructuur, en rekening houdend met de toepassing van de in artikel 4, § 6, van dezelfde bijzondere wet bedoelde toewijzing van de nalatigheidsinteresten en de last van de verwijlinteresten op de gewestelijke belastingen, worden de financiële middelen van de Gewesten voortvloeiend uit de gewestelijke belastingen, met inbegrip van voormelde interesten, voor het begrotingsjaar 1999 herraamd op 40.746.900.000 frank voor het Vlaams Gewest; op 17.397.100.000 frank voor het Waals Gewest en op 11.557.200.000 frank voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Pour une bonne compréhension de ce qui suit, il faut opérer une distinction entre les intérêts de retard payés en matière de marchés publics (paiement tardif d'une facture par exemple) et les intérêts moratoires payés, lesquels sont une simple réparation civile pour cause de détention injustifiée de fonds appartenant au contribuable (remboursement d'impôts injustement perçus par suite d'une décision judiciaire ou administrative sur un litige relatif à l'impôt).
Voor een goed begrip van wat volgt moet een onderscheid gemaakt worden tussen de betaalde verwijlintresten inzake overheidsopdrachten (laattijdige betaling van een factuur bijvoorbeeld) en de betaalde moratoriumintresten, welke een eenvoudige burgerlijke schadeloosstelling zijn wegens ongewettigd bezit van gelden die aan de belastingplichtige toebehoren (terugbetaling van onterecht geïnde belastingen naar aanleiding van een gerechtelijke of een administratieve beslissing over een belastinggeschil).

Les articles 418 et 419 du Code des impôts sur les revenus 1992 relatifs à l'attribution d'intérêts moratoires sont également d'application pour ces réclamations.
Op die bezwaarschriften zijn eveneens de artikelen 418 en 419 van het Wetboek van Inkomstenbelastingen 1992 betreffende de toekenning van moratoriumintresten van toepassing.