3. Si l’un des instruments combinés expire, est vendu, échu ou exercé, l’entité déclarante cesse pour l’avenir d’appliquer le traitement de remplacement mentionné au paragraphe 2 et toute plus-value latente non amortie créditée au compte de résultat les années précédentes est contre-passée immédiatement.
3. Indien een van de verzamelde instrumenten afloopt, verkocht, opgezegd of wordt uitgeoefend, stopt de rapporterende entiteit daarna de in lid 2 vastgelegde alternatieve behandeling en enige niet-afgeschreven waarderingswinsten die in voorgaande jaren in de winst-en-verliesrekening werden opgenomen, worden direct teruggeboekt.