Il devra aussi vérifier que les tissus dont la banque dispose ne présentent aucun indice faisant préjuger que leur utilisation comme allogreffes ou autogreffe pourrait nuire au receveur.
Bovendien moet de verantwoordelijke geneesheer nagaan of de weefsels waarover de bank beschikt geen kenmerken vertonen waarvan kan worden vermoed dat ze, bij gebruik ervan als allogreffe of als autogreffe, schadelijk zouden kunnen zijn voor de receptoren.