Les parties requérantes allèguent que diverses catégories de personnes sont, de façon discriminatoire, privées du bénéfice des libertés précitées; selon elles, les motifs tirés de la protection de la santé publique ne peuvent justifier de telles atteintes eu égard au caractère inadéquat et absolu - donc excessif - des interdictions en cause.
De verzoekende partijen voeren aan dat verscheidene categorieën van personen, op discriminerende wijze, het voordeel van het genot van de voormelde vrijheden wordt ontzegd; volgens hen kunnen de motieven afgeleid uit de bescherming van de volksgezondheid dergelijke inbreuken niet verantwoorden, gelet op het ongeschikte en absolute B dus buitensporige - karakter van de in het geding zijnde verbodsbepalingen.