A défaut de données suffisantes permettant la délimitation de la zone IIa suivant le principe défini ci-dessus, cette zone est délimitée par une ligne située à une distance horizontale de 35 mètres à partir des installations de surface, dans le cas de puits, et par deux lignes situées à 25 mètres de part et d'autre de la projection en surface de l'axe longitudinal dans le cas de galeries et de drains.
Bij gebrek aan voldoende gegevens waarbij gebied IIa overeenkomstig voornoemd beginsel afgebakend kan worden, wordt dit gebied afgebakend door een lijn gelegen op een horizontale afstand van 35 meter vanaf de bovengrondse installaties wanneer het om putten gaat, en door twee lijnen gelegen op 25 meter aan weerszijden van de bovengrondse projectie van de lengteas wanneer het om galerijen of afwateringsbuizen gaat.