Parmi les comportements devant donner lieu à une répression pénale figurent l'apologie, la négation ou banalisation grossière publiques de crimes de génocide, de crimes contre l'humanité et de crimes de guerre, tels que définis aux articles 6, 7 et 8 du Statut de la Cour pénale internationale.
Onder de gedragingen die strafrechterlijk dienen te worden vervolgd, worden vermeld het publiekelijk vergoelijken, ontkennen of verregaand bagatelliseren van genocide, misdaden tegen de menselijkheid en oorlogsmisdaden in de zin van de artikelen 6, 7 en 8 van het Statuut van het Internationaal Strafhof.