3. Pourquoi l'État belge manifeste-t-il si peu de bonne volonté pour comparaître en justice simplement en vue d'aider le magistrat à instruire le dossier, notamment pour interroger les ambassades étrangères, ce qui est souvent nécessaire dans ce genre de dossiers ?
3. Waarom vertoont de Belgische Staat zo weinig goede wil om voor de rechtbank te verschijnen en de magistraat te helpen bij de behandeling van het dossier, meer bepaald bij het ondervragen van buitenlandse ambassades, wat dikwijls nodig is in dat soort dossiers ?