6 bis. Les États membres tiennent dûment compte des obligations au titre de la convention d'Aarhus et font en sorte que dans toute procédure publique en rapport avec le développement et la construction d'installations de transport, les citoyens des pays limitrophes susceptibles d'être affectés soient mis sur le même pied que ceux des pays où l'installation ou l'interconnexion est prévue.
6 bis. De lidstaten moeten naar behoren rekening houden met de vereisten van het Verdrag van Aarhus en zorgen dat een gelijke status wordt verleend aan mogelijk betroffen burgers in aangrenzende gebieden bij eventuele relevante openbare procedures in verband met de ontwikkeling en constructie van transmissiefaciliteiten als wordt verleend aan de burgers in het gebied waar de faciliteit of de onderlinge koppeling zich bevindt.