3° le supérieur hiérarchi
que : d'une part le fonctionnaire dirigeant et le fonctionnaire
dirigeant adjoint et les chefs de division vis-à-vis des membres du personnel qui sont placés sous leur autorité et d'autre part le
membre du personnel statutaire désigné par le chef de division ou le fonctionnaire
dirigeant adjoint ou, en son absence, par le fonctionnaire
dirigeant, afin d'exercer son autorité sur un certain nombre de membres du personnel d'un ran
...[+++]g inférieur au sien et, dans des cas exceptionnels, de membres du personnel de son rang.
3° de hiërarchische meerdere : enerzijds de leidend ambtenaar, de adjunct-leidend ambtenaar en de afdelingshoofden ten overstaan van de onder hun gezag staande personeelsleden, en anderzijds het personeelslid dat is aangewezen door het afdelingshoofd of de adjunct-leidend ambtenaar, of bij ontstentenis door de leidend ambtenaar, om gezag uit te oefenen over een aantal personeelsleden met een lagere rang dan de zijne en in uitzonderlijke gevallen over personeelsleden van zijn rang.