13. souligne que le meilleur moyen de développer les qualifications et les compétences durant la vie entière réside dans une conception des politiques actives sur le marché du travail et de l'apprentissage tout au long de la vie qui soit fondée sur le respect des droits, dans une approche globale de la santé et de la sécurité au travail, dans des droits sociaux et du travailleur universels et égaux pour tous, dans un équilibre entre travail et vie privée et la conciliation de la vie professionnelle et de la vie non professionnelle, ainsi que dans l'amélioration de la qualité de l’emploi et du bien-être au travail, plutôt que dans une approche consistant à "stimuler la mobilité professionnelle"
et à promouvoir la ...[+++]flexisécurité; juge indispensable que l'agenda de l'Union européenne à l'égard des compétences et de l'emploi s'accompagne de mesures fermes agissant sur l'offre et sur la demande en vue de promouvoir une économie "verte" et sociale et des politiques industrielle et régionale favorisant le développement durable, plutôt que de répondre à une simple stratégie d'"anticipation du changement"; demande à la Commission d'engager une stratégie communautaire proposant des mesures qui encouragent la création d'emplois écologiquement et socialement responsables dans l'économie "verte" et l'économie "blanche"; 13. hamert erop dat de ontwikkeling van vaardigheden en bekwaamheden gedurende de gehele levenscyclus het meest gebaat is bij een op rechtsaanspraken gebaseerde benadering van een actief arbeidsmarktbeleid en een leven lang leren, alomvattende gezondheid en veiligheid op het werk, universele en gelijke sociale en werknemersrechten, het waarborgen van evenwicht tussen en het combineren van werk en privéleven, verbetering van de kwaliteit van het werk en het welzijn op de werkplek in plaats van een aanpak gericht op "vergroting van de arbeidsmobiliteit" en bevordering van flexizekerheid; wijst er met klem op dat de EU-agenda voor vaar
digheden en banen nauw moet worden gekop ...[+++]peld aan stevige maatregelen aan de aanbod- en vraagzijde ter bevordering van een groene en sociale economie en een op duurzame ontwikkeling gericht regionaal en industriebeleid, in plaats van een strategie waarin het alleen gaat om het "anticiperen op veranderingen"; dringt er bij de Commissie op aan een communautaire strategie te initiëren door maatregelen voor te stellen die het scheppen van duurzame werkgelegenheid in de 'groene' en de 'witte' economie aanmoedigen, zowel vanuit milieuoogpunt als vanuit maatschappelijk oogpunt; 
