Ces trois directives permettront de finaliser l'arsenal juridique européen existant en matière de droits de la défense pour les personnes soupçonnées, accusées ou poursuivies dans le cadre des procédures pénales au sein de toute l'Union européenne : autant d'instruments clefs pour garantir un procès équitable dans toute l'Union européenne et le respect absolu des droits de la défense tels que garantis dans les traités européens, la charte européenne des droits fondamentaux et la convention européenne des droits de l'homme (CEDH).
Met deze drie richtlijnen kan de laatste hand worden gelegd aan het bestaande Europese rechtsinstrumentarium op gebied van de rechten van verdediging ten behoeve van verdachten, aangeklaagden of vervolgden in strafprocedures binnen de gehele Europese Unie, die evenzovele sleutelinstrumenten zijn voor het waarborgen van een eerlijk proces in de gehele Europese Unie, en van de strikte eerbiediging van de rechten van verdediging zoals gewaarborgd door de Europese Verdragen, het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens (EVRM).