D'autre part, dans un souci d'harmonisation des délais, il est accordé soixante jours - et non plus trente jours - à la partie adverse pour déposer un mémoire en réponse après que la demande de poursuite de la procédure par la partie requérante lui a été notifiée dans l'hypothèse d'un arrêt de rejet de la demande de suspension.
Ten tweede wordt, met het oog op een harmonisering van de termijnen, aan de verwerende partij voor het indienen van een memorie van antwoord een termijn van zestig dagen - en niet meer van dertig dagen - toegekend vanaf het ogenblik waarop haar kennis is gegeven van het verzoek tot voortzetting van de procedure van de verzoekende partij, in geval van een arrest tot afwijzing van de vordering tot schorsing.