Art. 9. Lorsqu'il existe dans une entreprise des fonctions qui ne sont pas reprises dans la liste des fonctions de référence, elles sont également décrites selon la procédure fixée au chapitre 3, section 1 et ensuite cotées et classifiées par analogie aux fonctions de référence selon la procédure prévue au chapitre 3, sections 2 à 4.
Art. 9. Wanneer in een onderneming functies voorkomen die niet zijn opgenomen in de lijst van referentiefuncties, worden deze eveneens beschreven volgens de in hoofdstuk 3, afdeling 1 bepaalde procedure en vervolgens naar analogie van de referentiefuncties genormeerd en geclassificeerd volgens de procedure bepaald in hoofdstuk 3, afdelingen 2 tot 4.