L'article V. 4., § 2, alinéa 1 , dispose en effet: « Le président, ou l'assesseur vice-président ou l'assesseur qu'il délègue, fixe la date de l'audience, [.], à laquelle ce dernier et les parties concernées mentionnées dans ce rapport sont entendues».
Immers, het voorgestelde artikel V. 4., § 2, eerste lid, stelt het volgende : « De voorzitter, of de assessor-ondervoorzitter of assessor, die hij afvaardigt, legt de datum vast van een zitting, .., waarop deze laatste en de betrokken partijen vermeld in dat verslag worden gehoord .».