2. À la demande d'un État membre qui estime que le développement d'une liaison est indûment restreint par le libellé des articles 16 et 17, ou de sa propre initiative, la Commission procède à une enquête et, dans un délai de six mois à partir de la réception de la demande et conformément à la procédure visée à l'article 25, paragraphe 2, décide, en tenant compte de tous les facteurs à prendre en considération, si les articles 16 et 17 doivent continuer à s'appliquer à la liaison en question.
2. Op verzoek van een lidstaat die van mening is dat de ontwikkeling van een route door het bepaalde in de artikelen 16 en 17 overmatig wordt beperkt of uit eigen beweging, stelt de Commissie een onderzoek in en zij besluit binnen zes maanden na de ontvangst van het verzoek en overeenkomstig de in artikel 25, lid 2, vermelde procedure op basis van alle relevante factoren of de artikelen 16 en 17 op de betrokken route van toepassing blijven.